maandag 11 november 2013

Draairichting en draaisnelheid

Als twee tandwielen tegen elkaar aanzitten, draait het volgwiel een andere kant uit dan het aandrijfwiel. De draairichtingen van het aandrijfwiel en het volgwiel zijn dan verschillend.

Zitten tandwielen op eenzelfde as dan is de draairichting en draaisnelheid van deze tandwielen hetzelfde.

Een overbrenging met een snaar kun je gebruiken om de draairichting hetzelfde te houden. Het aandrijfwiel en volgwiel draaien dan in dezelfde richting.

Een overbrengingsverhouding geeft aan hoe vaak het volgwiel ronddraait, als het aandrijfwiel dat één keer doet. Met overbrenging kun je de draairichting en de draaisnelheid veranderen.


Het aandrijfwiel is het oranje tandwiel links.
Het volgwiel is het groene tandwiel rechts.
De as is de staaf door het midden van het wiel. Als de tandwielen tegen elkaar aan zitten, dan draaien ze in tegenovergestelde richting.

Als het kleine wiel het grote tandwiel aanstuurt, ontstaat er veel kracht maar een langzaam tempo.

Als het grote tandwiel het kleine tandwiel aanstuurt dan krijgt het kleine wiel een hoge snelheid. Maar de kracht is klein.


Met behulp van een tussenwiel (ook wel rondsel genoemd) kan de richting weer veranderen.
Met 1 (oneven aantal) tussenwiel draaien het aandrijfwiel en volgwiel in dezelfde richting.
Met 2 (even aantal) tussenwielen draait het aandrijfwiel en volgwiel weer tegengesteld.

Een tussentandwiel draait alleen de draairichting om en verandert niets aan de overbrenging!

De verhouding in dit voorbeeld blijft 30 naar 10 dus 3x sneller!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten