maandag 11 november 2013

Directe en indirecte overbrengingen

Als je bij een overbrenging iets wilt laten draaien, gebruik je vaak snaren, riemen, kettingen en tandwielen. Overbrengingen waarbij de wielen direct tegen elkaar aanzitten, zoals bij tandwielen. Noem je directe overbrengingen.
Overbrengingen met een snaar, riem of ketting noem je indirecte overbrengingen. Een overbrenging met een snaar of riem kan slippen. Een overbrenging met tandwielen en een ketting of met alleen tandwielen kan niet slippen.
Bij een overbrenging kunnen 3 dingen gebeuren:
  1. De snelheid kan veranderen
  2. De draairichting kan veranderen
  3. De kracht kan veranderen

Directe Overbrenging


Indirecte overbrenging

8 opmerkingen: